Jaren geleden hoorde ik een telefoongesprek van een collega met zijn zoon. Dat ging zo:
“Wat, had je een negen? Ik zei je nog zo dat je je goed moet concentreren, hoe kan dat nou?”
Ik dacht nog dat hoor ik niet goed. Was zelf vroeger al dolblij met een zeven. De zoon bleek hoogbegaafd en een negen was een afgang voor hem. Aan mijn collega vroeg ik: “Hoor jij wat je zelf zegt tegen je zoon?” Hij schrok ervan want hij had er niet bij stilgestaan wat het effect van zo’n opmerking kan zijn. Zo kweek je perfectionisten. Mensen voor wie een tien nog niet genoeg is en altijd streven naar beter en doodziek zijn als het een keer minder is.
Vandaag complimenteerde ik een jonge man met de manier waarop hij een collega feedback gaf.
De in het begin wat timide jongeman klaarde ter plekke op en zijn ogen straalden. Ik meende het van harte want hij deed het ook erg goed. Mijn streven is om mensen ertoe te inspireren elkaar welgemeend complimenten te geven. Niet alleen omdat het heerlijk is om te geven (dus eigenlijk egocentrisch) ook omdat mensen het vaak zo broodnodig nodig hebben. Velen snakken naar een compliment en als ze er dan één krijgen zeggen ze: “Ach, daar kan ik niets aan doen, mijn vader had dat ook.” Dus hier een pleidooi: kijk eens om je heen en let eens op de kwaliteiten van je geliefden, collega’s en kinderen. Geef dan een welgemeend compliment. Denk erom: niet na het compliment zeggen: maarrrrrr… dan ontkracht je het totaal en horen mensen alleen wat er na de maarrrr komt.
Nog een pleidooi: als je een compliment krijgt: adem het in, geniet ervan, schrijf ‘m op en bewaar m op een plek voor eventuele moeilijke en onzekere momenten in je leven. Je zult het dan goed kunnen gebruiken.