Op 18 juni woonde ik een indrukwekkende lezing bij van rouwexpert prof. Manu Keirse, in De Aker in Putten. Zijn woorden raakten me diep – niet alleen als mens, maar ook als professional. Want verlies, rouw en verdriet zijn geen strikt persoonlijke aangelegenheden. Ze raken ook het hart van onze organisaties. En te vaak gaan we er als collega, manager of leider ongemakkelijk of onhandig mee om.
Ik schrijf al jaren over verlies en verdriet, vaak onder de noemer: “Theorie bestaat niet.” Want wat ik steeds weer zie: zolang het ons niet persoonlijk raakt, houden we afstand. We lezen over agressie in de trein, over collega’s met een dementerende partner, een kind met het syndroom van Down, een medewerker met kanker of een klant die net zijn ouders verloor. Maar pas als het dichtbij komt – op vijf meter afstand of aan onze eigen keukentafel – voelen we ons écht betrokken.
Geen theorie, maar keiharde praktijk
Op 9 juli is het vijf jaar geleden dat ik mijn vrouw verloor aan kanker. Sindsdien weet ik: er is geen handleiding voor rouw. Er is alleen ervaring – en de bereidheid van anderen om met je mee te lopen in je pijn.
Toch gebeurt dat vaak niet. Vrienden die we al vijftig jaar kenden, lieten maanden niets van zich horen. Toen ik hen uiteindelijk belde – niet verwijtend, maar vragend – was hun antwoord pijnlijk: “De drempel was zo hoog.” En zij waren niet de enigen. Een bevriend stel verloor hun enige dochter – en verloor daarmee ook de helft van hun vriendenkring. Iemand anders verloor beide ouders in zes weken tijd en kreeg te horen: “Ik weet precies hoe jij je voelt.” Goedbedoeld, maar misplaatst. Of erger nog: er werd niets gezegd.
Wat leiders kunnen leren van Manu Keirse
Prof. Manu Keirse, een autoriteit op het gebied van rouw en verlies, maakt glashelder hoe schadelijk het kan zijn als we het onderwerp uit de weg gaan. Zijn verhalen zijn schrijnend – en tegelijk ontzettend leerzaam.
Hij vertelde over een moeder die met haar man deelnam aan een liturgische groepsreis. De groep bestond uit vijf andere echtparen en stond onder leiding van een pastoor. Wanneer er over kinderen werd gesproken – wat vaak gebeurde – werd zij stil. Hun dochter was overleden. Niemand sprak erover. En als zij zich even terugtrok, zag men alleen een vrouw met tissues, waarvan iemand opmerkte dat ze “misschien naar een oogarts moest”. Bij het afscheid zei de pastoor: “U hebt zich kranig gehouden.” Ze wisten allebei: dit was de laatste keer dat ze zouden meereizen.
Of neem het verhaal van een weduwnaar met vier zonen, waarvan één met het syndroom van Down. Keirse vroeg: “Aan wie geef je als eerste aandacht?” De zaal antwoordde: “De vader.” Maar Keirse wees op de zoon met het syndroom van Down. Rouw treft iedereen – ook degenen van wie we het vaakst vergeten te vragen hoe het met hen gaat.
En dan was er die 88-jarige weduwe, die zeventien keer te horen kreeg: “Je mag blij zijn dat je hem zo lang hebt mogen houden.” Goedbedoeld. Maar onhandig. Onmenselijk zelfs.
Rouw in organisaties: hoe reageren wij als leiders?
In veel organisaties zijn er geen duidelijke richtlijnen voor hoe je als leidinggevende omgaat met medewerkers in rouw. Rouwverlof is beperkt en wordt vaak administratief benaderd. Gesprekken worden uitgesteld of vermeden. Juist hier is menselijk leiderschap nodig. Geen gescripte reactie, maar oprechte aanwezigheid.
Zoals Keirse zegt: “Rouwen moet je zelf doen, maar niet alleen.”
Als leidinggevende kun je het verschil maken. Niet door verdriet op te lossen, maar door ruimte te geven. Door iets te zeggen – en vooral: door écht te luisteren. Door aanwezig te zijn bij iemands realiteit, in plaats van je eigen ongemak te overschreeuwen.
Verlies waarvoor niemand je condoleert
En dan is er nog het onzichtbare verlies: een scheiding, het verlies van gezondheid, van toekomstperspectief, van werk. Ook dit vraagt om erkenning. Denk aan een collega die zijn vrijwilligerswerk moet opgeven door ziekte. Of een medewerker die na een burn-out afscheid neemt van haar functie – en daarmee van haar status, identiteit, toekomstbeeld.
Verdriet heeft vele gezichten. Niet elk verlies is zichtbaar. Niet alles wordt herkend. En dat maakt jouw rol als leider des te belangrijker.
Tot slot
Keirse raakte mij – en velen – diep. Niet alleen vanwege zijn kennis, maar vanwege zijn vermogen om écht aanwezig te zijn. Ook als je het niet begrijpt. Misschien wel juist dan.
"Na de dood stopt de liefde niet."
"We missen de mensen die ons raakten."
"Je mag je schuldig voelen, maar je bent het niet."
Als leider hoef je niet alles te weten. Maar je moet wel bereid zijn om te blijven – ook als het moeilijk wordt.
Ik wens iedereen die te maken heeft (gehad) met verlies – ook verlies waarvoor je niet wordt gecondoleerd – veel kracht. En ik wens organisaties leiders toe die verlies niet uit de weg gaan, maar het erkennen en serieus nemen.
Meer weten of delen?
- 🎥 Manu Keirse – Bestaat er een medicijn tegen verdriet? (video)
- 📖 Mijn eerdere column: “Ik weet precies hoe jij je voelt”
- 📚 Boeken van Manu Keirse
- ❤️ Video over Jannie Groenewoud – “Was geliefd”
- 📖 Korte recensie "altijd nooit meer" van Loes den Hollander | OverLeven.nu
Met dank aan Roelof Tadema van Tadema Uitvaartzorg voor het mogelijk maken van deze avond en het team van Zalencentrum n Congrescntrum de Aker.