Heb je een mooie gedachte, een wens, een gedicht of iets dat jou inspireerde? Voel je vrij om het te delen en ook anderen te inspireren...
Een echte leider leidt niet maar volgt!
- bianca
-
Onderwerp Auteur
- Offline
Minder
Lees meer
- Berichten: 44
- Ontvangen bedankjes 7
14 jaren 6 maanden geleden #164
door bianca
Een echte leider leidt niet maar volgt! werd gestart door bianca
Dit verscheen in Ode nummer: 74 In onzekere tijden gaan mensen op zoek naar een sterke leider. Daarom tonen politici en toplieden in het zakenleven zich onvermurwbaar. Maar een echte leider, betoogt Johan Schaberg, leidt niet, hij volgt: een droom, een ideaal, vrijheid voor het land, een goed leven voor zijn gezin. Leiders vind je dus overal.
De wereld is een onveiliger plek dan tien jaar geleden. Meer dan vroeger hebben mensen de neiging een sterke leider op te zoeken, iemand die ze vertelt dat hij ze zal beschermen tegen de boze bedreiging. Het enige dat ze hoeven te doen, is een paar kleine dingetjes inleveren, zoals bewegingsvrijheid, het recht op een eigen mening en soms moeten ze de bereidheid tonen te sterven voor de leider. Hoe zit dat toch met leiders en volgelingen?
Er zijn weinig onderwerpen waarover in de afdeling Business en Management zoveel boeken te koop zijn als over leiderschap. Bijna allemaal zijn ze nogal neerdrukkend om te lezen. Ze staan vol met tips over hoe je je als leider moet gedragen en over hoe je moet omgaan met de mensen om je heen. Als je die allemaal opvolgt, is de suggestie, zul je een belangrijk doel bereiken: zelf leider zijn.
Ik ervaar deze boeken vooral als neerdrukkend, omdat ze er van uitgaan dat leiderschap een ideaal is en dat er iets mankeert aan diegenen die geen leider zijn. Er is kennelijk een tekort, een gebrek, en om dat goed te maken, moet er worden gestudeerd, bijvoorbeeld op allerlei ‘gewoonten van hoogst doelmatige mensen’. De lezer kan zich die eigen maken en zich vervolgens ook scharen in de kring der uitverkorenen. Er hangt dan ook een licht geheimzinnige, mystieke sfeer rond het onderwerp leiderschap – alsof leiders zijn ingewijd in een hoger weten dat hen in staat stelt zich te onttrekken aan het gerommel en gedoe van gewone stervelingen.
Over hoe het is om een goede volgeling te zijn, lees je nooit iets. Kennelijk ben je dat van nature; het is een soort grondconditie, een primitief ontwikkelingsstadium waaraan je zo snel mogelijk moet zien te ontsnappen. De werkelijkheid van volgelingen komt uitsluitend aan de orde in cynische boekjes als Hoe word ik een rat? van adviseur Joep Schrijvers of Bonjour Paresse (Hallo luiheid) van econome Corinne Maier, of in strips als Blondie (lief en onschuldig) of Dilbert (hard, confronterend). Ik vraag me af of lezers van deze boeken en strips zich vereenzelvigen met de verdrukten die aan het woord zijn of worden afgeschilderd. De treurige, trieste mensen: dat zijn toch meestal de anderen, niet wij?
Wat we zien, is een verheerlijking van leiders en kommervolle hilariteit over ieder die het niet is. Dat betreft dus – pak ‘m beet – negentig procent van de mensen: alle mannen en vrouwen die bezig zijn met de verzorging van behoeftigen, die vrachtwagens rijden, treinkaartjes knippen, kassa’s en loketten bemannen, huishoudens draaiend en gezellig houden en ga zo maar door: allemaal activiteiten die ertoe doen en waar andere mensen rechtstreeks iets aan hebben.
Ik heb ongeveer met de moedermelk meegekregen dat ‘het hier en nu niet deugt, en dat er maar één plek waar het wel goed toeven is en dat is aan de top’. De top, dat was een visoen van een soort Olympus, een hoge berg waar een select gezelschap van goden zich eeuwig vermeiden in elkaars gezelschap, genoten van voortreffelijke spijs en drank, en af en toen een meewarige blik naar beneden wierpen waar minder fortuinlijke wezens tobden met verdriet, gebrek, ziekte, honger en dood.
Mijn beklimming van de Olympische flank begon met een dure en prestigieuze MBA-opleiding en vervolgde met een explosieve carrière op het gebied van participaties en risicokapitaal. Ik werd op mijn manier een leider; ik ben de baas geweest van bedrijven met honderden medewerkers en ik was ervan overtuigd, dat er voor hen heel ernstige ongelukken zouden gebeuren als ik faalde.
Zo ben ik aardig dicht bij de top van mijn Olympus gekomen. Maar de klim viel mij zwaarder naarmate ik het dal verder en verder in de diepte zag verdwijnen. Klimmen kost veel energie, ontdekte ik. Maar vooral bekroop mij de twijfel: ‘Wat dóe ik hier op deze koude, steile berghelling met zijn ijle lucht? Beneden kringelt er rook uit vriendelijke schoorsteentjes en ik zie heel kleine mensjes op het marktplein lachen en eten en drinken. Daar is het leven, daar is gezelligheid, daar is gedoe. Gedoe is heerlijk!’
Zo ben ik struikelend, glibberend en vallend weer naar beneden gestrompeld. Toen ik daar aankwam, waren ze gelukkig niet boos dat ik zo’n tijd was weggeweest en eerlijk gezegd had niemand me echt gemist. Maar ze vonden het goed dat ik weer meedeed met al die belangrijke dingen die ik vroeger maar gedoe vond. Appels oogsten, kinderen hun snotneus afvegen, een verdrietige buur opbeuren – dat soort dingen. En vooral: verhalen uitwisselen op het marktplein, veel verhalen, en lachen...
Veel zogenaamd leiderschap komt voort uit ambitie. Dan gaat er iets fout. Ambitie is een gat in je ego, een lege plek die moet worden opgevuld en je denkt dat dat gaat lukken door het zo te regelen, dat andere mensen van jou afhankelijk zijn en dus naar je moeten opkijken. Zo kun je niet leiden. Je kunt wel voorop lopen, maar daarmee is nog niet gezegd dat je weet waar je heen moet. Laat staan dat dat goed zou zijn voor de mensen die je volgen – of zelfs voor jou. Als ambitie aan het stuur zit, is de leider vals. Dan is hij geen leider, maar een commandant. Hij doet alsof hij leidt, maar wat echt de leiding heeft, is zijn egotekort. Hij deelt bevelen en opdrachten uit, hij beloont, bestraft en manipuleert, want hij is erop uit zijn tekort te vullen door bij anderen weg te halen wat hij mist.
De echte leider is er helemaal niet op uit te leiden. Of anderen hem volgen, is voor hem als persoon een bijkomstigheid. Hij leidt niet, hij volgt – een droom, een ideaal, vrijheid voor het land, een goed leven voor zijn gezin. En hij is daar heel duidelijk over, op zo’n manier dat de mensen om hem heen geroerd worden en verlangen te delen in de droom en het ideaal. Een ware, authentieke leider weet zich verbonden met iets dat groter is dan hij. Zijn wens is dat te dienen. We spreken niet voor niets over ‘hoge doelen’ en ‘hoge idealen’.
Leiderschap is een uitkomst, niet een doel. Leider word je doordat mensen ervoor kiezen je te volgen; níet omdat je besluit het te worden en er een cursus voor hebt gevolgd. Leiders zijn niet slechts mensen van het kaliber Mandela of Martin Luther King. Een leider is ook de moeder in een Indiaas dorp die het ideaal heeft haar kinderen een betere start te geven dan zij zelf had en daarvoor met een microkrediet een naaimachine aanschaft en kleding begint te maken.
Haar overstijgende ideaal kan een blijvende inspiratie worden voor haar kinderen en voor haar wijde omgeving.
Leiderschap is dienstbaarheid. Wie het hoge dient, weet zich klein – ook al lijkt hij voor kleineren groot. Hij respecteert en eert anderen die kleiner zijn dan hij, want hij weet dat groot en klein relatieve punten zijn op een oneindige schaal. Het is als met een visje in de oceaan. Hij volgt de school; de school volgt de Golfstroom, dat gaat van klein naar groot. Maar ook van klein naar nog kleiner zijn er telkens weer nestelende lagen van leiden en dienen. De vinnen en kieuwen dienen het visje; de cellen dienen de vinnen en kieuwen. Het element dat vergeet zich naar het hogere te voegen, vernietigt zichzelf. De school die de Golfstroom verlaat, bereikt de paaigronden niet. De cel die voor zichzelf begint, wordt een kanker.
Een leider kan zich groot voelen omdat hij niet groter hoeft te zijn dan hij is. Hij kan zich permitteren klein te zijn, want groot en klein zijn even goed. Hij zal niet boos naar boven keffen, want wie keft, is klein. En evenmin zal hij naar beneden trappen, want ook dat is een teken van kleinheid. Wie zich niet bedreigd voelt, hoeft noch te verdedigen, noch aan te vallen. Hij staat waar hij staat en hij weet dat het daar goed is.
Leiderschap heeft te maken met zingeving. Maar wie denkt dat hij als leider heeft te zorgen voor de zingeving van zijn omgeving en van de mensen om hem heen, die overschat zichzelf. De zin komt niet bij hem vandaan, maar uit het hogere niveau, van boven. Om bij de vissen te blijven: de zin voor de vissentrek ligt in de paaigronden, en de zin dáárvan ligt in de toekomst van de soort. De zin van de cel ligt in de vinnen, die van de vinnen in de vis, die van de vis in de school. Een leider moet geen zin geven; de zin komt uit het doel dat hem bezielt. En wie ergens zin in heeft, die geeft het door.
De wereld is een onveiliger plek dan tien jaar geleden. Meer dan vroeger hebben mensen de neiging een sterke leider op te zoeken, iemand die ze vertelt dat hij ze zal beschermen tegen de boze bedreiging. Het enige dat ze hoeven te doen, is een paar kleine dingetjes inleveren, zoals bewegingsvrijheid, het recht op een eigen mening en soms moeten ze de bereidheid tonen te sterven voor de leider. Hoe zit dat toch met leiders en volgelingen?
Er zijn weinig onderwerpen waarover in de afdeling Business en Management zoveel boeken te koop zijn als over leiderschap. Bijna allemaal zijn ze nogal neerdrukkend om te lezen. Ze staan vol met tips over hoe je je als leider moet gedragen en over hoe je moet omgaan met de mensen om je heen. Als je die allemaal opvolgt, is de suggestie, zul je een belangrijk doel bereiken: zelf leider zijn.
Ik ervaar deze boeken vooral als neerdrukkend, omdat ze er van uitgaan dat leiderschap een ideaal is en dat er iets mankeert aan diegenen die geen leider zijn. Er is kennelijk een tekort, een gebrek, en om dat goed te maken, moet er worden gestudeerd, bijvoorbeeld op allerlei ‘gewoonten van hoogst doelmatige mensen’. De lezer kan zich die eigen maken en zich vervolgens ook scharen in de kring der uitverkorenen. Er hangt dan ook een licht geheimzinnige, mystieke sfeer rond het onderwerp leiderschap – alsof leiders zijn ingewijd in een hoger weten dat hen in staat stelt zich te onttrekken aan het gerommel en gedoe van gewone stervelingen.
Over hoe het is om een goede volgeling te zijn, lees je nooit iets. Kennelijk ben je dat van nature; het is een soort grondconditie, een primitief ontwikkelingsstadium waaraan je zo snel mogelijk moet zien te ontsnappen. De werkelijkheid van volgelingen komt uitsluitend aan de orde in cynische boekjes als Hoe word ik een rat? van adviseur Joep Schrijvers of Bonjour Paresse (Hallo luiheid) van econome Corinne Maier, of in strips als Blondie (lief en onschuldig) of Dilbert (hard, confronterend). Ik vraag me af of lezers van deze boeken en strips zich vereenzelvigen met de verdrukten die aan het woord zijn of worden afgeschilderd. De treurige, trieste mensen: dat zijn toch meestal de anderen, niet wij?
Wat we zien, is een verheerlijking van leiders en kommervolle hilariteit over ieder die het niet is. Dat betreft dus – pak ‘m beet – negentig procent van de mensen: alle mannen en vrouwen die bezig zijn met de verzorging van behoeftigen, die vrachtwagens rijden, treinkaartjes knippen, kassa’s en loketten bemannen, huishoudens draaiend en gezellig houden en ga zo maar door: allemaal activiteiten die ertoe doen en waar andere mensen rechtstreeks iets aan hebben.
Ik heb ongeveer met de moedermelk meegekregen dat ‘het hier en nu niet deugt, en dat er maar één plek waar het wel goed toeven is en dat is aan de top’. De top, dat was een visoen van een soort Olympus, een hoge berg waar een select gezelschap van goden zich eeuwig vermeiden in elkaars gezelschap, genoten van voortreffelijke spijs en drank, en af en toen een meewarige blik naar beneden wierpen waar minder fortuinlijke wezens tobden met verdriet, gebrek, ziekte, honger en dood.
Mijn beklimming van de Olympische flank begon met een dure en prestigieuze MBA-opleiding en vervolgde met een explosieve carrière op het gebied van participaties en risicokapitaal. Ik werd op mijn manier een leider; ik ben de baas geweest van bedrijven met honderden medewerkers en ik was ervan overtuigd, dat er voor hen heel ernstige ongelukken zouden gebeuren als ik faalde.
Zo ben ik aardig dicht bij de top van mijn Olympus gekomen. Maar de klim viel mij zwaarder naarmate ik het dal verder en verder in de diepte zag verdwijnen. Klimmen kost veel energie, ontdekte ik. Maar vooral bekroop mij de twijfel: ‘Wat dóe ik hier op deze koude, steile berghelling met zijn ijle lucht? Beneden kringelt er rook uit vriendelijke schoorsteentjes en ik zie heel kleine mensjes op het marktplein lachen en eten en drinken. Daar is het leven, daar is gezelligheid, daar is gedoe. Gedoe is heerlijk!’
Zo ben ik struikelend, glibberend en vallend weer naar beneden gestrompeld. Toen ik daar aankwam, waren ze gelukkig niet boos dat ik zo’n tijd was weggeweest en eerlijk gezegd had niemand me echt gemist. Maar ze vonden het goed dat ik weer meedeed met al die belangrijke dingen die ik vroeger maar gedoe vond. Appels oogsten, kinderen hun snotneus afvegen, een verdrietige buur opbeuren – dat soort dingen. En vooral: verhalen uitwisselen op het marktplein, veel verhalen, en lachen...
Veel zogenaamd leiderschap komt voort uit ambitie. Dan gaat er iets fout. Ambitie is een gat in je ego, een lege plek die moet worden opgevuld en je denkt dat dat gaat lukken door het zo te regelen, dat andere mensen van jou afhankelijk zijn en dus naar je moeten opkijken. Zo kun je niet leiden. Je kunt wel voorop lopen, maar daarmee is nog niet gezegd dat je weet waar je heen moet. Laat staan dat dat goed zou zijn voor de mensen die je volgen – of zelfs voor jou. Als ambitie aan het stuur zit, is de leider vals. Dan is hij geen leider, maar een commandant. Hij doet alsof hij leidt, maar wat echt de leiding heeft, is zijn egotekort. Hij deelt bevelen en opdrachten uit, hij beloont, bestraft en manipuleert, want hij is erop uit zijn tekort te vullen door bij anderen weg te halen wat hij mist.
De echte leider is er helemaal niet op uit te leiden. Of anderen hem volgen, is voor hem als persoon een bijkomstigheid. Hij leidt niet, hij volgt – een droom, een ideaal, vrijheid voor het land, een goed leven voor zijn gezin. En hij is daar heel duidelijk over, op zo’n manier dat de mensen om hem heen geroerd worden en verlangen te delen in de droom en het ideaal. Een ware, authentieke leider weet zich verbonden met iets dat groter is dan hij. Zijn wens is dat te dienen. We spreken niet voor niets over ‘hoge doelen’ en ‘hoge idealen’.
Leiderschap is een uitkomst, niet een doel. Leider word je doordat mensen ervoor kiezen je te volgen; níet omdat je besluit het te worden en er een cursus voor hebt gevolgd. Leiders zijn niet slechts mensen van het kaliber Mandela of Martin Luther King. Een leider is ook de moeder in een Indiaas dorp die het ideaal heeft haar kinderen een betere start te geven dan zij zelf had en daarvoor met een microkrediet een naaimachine aanschaft en kleding begint te maken.
Haar overstijgende ideaal kan een blijvende inspiratie worden voor haar kinderen en voor haar wijde omgeving.
Leiderschap is dienstbaarheid. Wie het hoge dient, weet zich klein – ook al lijkt hij voor kleineren groot. Hij respecteert en eert anderen die kleiner zijn dan hij, want hij weet dat groot en klein relatieve punten zijn op een oneindige schaal. Het is als met een visje in de oceaan. Hij volgt de school; de school volgt de Golfstroom, dat gaat van klein naar groot. Maar ook van klein naar nog kleiner zijn er telkens weer nestelende lagen van leiden en dienen. De vinnen en kieuwen dienen het visje; de cellen dienen de vinnen en kieuwen. Het element dat vergeet zich naar het hogere te voegen, vernietigt zichzelf. De school die de Golfstroom verlaat, bereikt de paaigronden niet. De cel die voor zichzelf begint, wordt een kanker.
Een leider kan zich groot voelen omdat hij niet groter hoeft te zijn dan hij is. Hij kan zich permitteren klein te zijn, want groot en klein zijn even goed. Hij zal niet boos naar boven keffen, want wie keft, is klein. En evenmin zal hij naar beneden trappen, want ook dat is een teken van kleinheid. Wie zich niet bedreigd voelt, hoeft noch te verdedigen, noch aan te vallen. Hij staat waar hij staat en hij weet dat het daar goed is.
Leiderschap heeft te maken met zingeving. Maar wie denkt dat hij als leider heeft te zorgen voor de zingeving van zijn omgeving en van de mensen om hem heen, die overschat zichzelf. De zin komt niet bij hem vandaan, maar uit het hogere niveau, van boven. Om bij de vissen te blijven: de zin voor de vissentrek ligt in de paaigronden, en de zin dáárvan ligt in de toekomst van de soort. De zin van de cel ligt in de vinnen, die van de vinnen in de vis, die van de vis in de school. Een leider moet geen zin geven; de zin komt uit het doel dat hem bezielt. En wie ergens zin in heeft, die geeft het door.
- ruud
-
- Offline
Minder
Lees meer
- Berichten: 254
- Ontvangen bedankjes 11
14 jaren 6 maanden geleden #165
door ruud
Beantwoord door ruud in topic Re: Een echte leider leidt niet maar volgt!
Wat een mooi stuk! en hoe herkenbaar. Zitten een paar mooie zaken in voor mijn essay :whistle:
Ben benieuwd naar wat anderen ervan vinden.
gr.
Ruud.
Ben benieuwd naar wat anderen ervan vinden.
gr.
Ruud.
- Lindsie
-
- Offline
Minder
Lees meer
- Berichten: 87
- Ontvangen bedankjes 6
14 jaren 5 maanden geleden - 13 jaren 9 maanden geleden #194
door Lindsie
Beantwoord door Lindsie in topic Re: Een echte leider leidt niet maar volgt!
Dat gaat hier over! Had al lang geen TED filmpje meer gepost 
Dit is een korte met als basis vraag; Wie is nu de leider?
www.ted.com/talks/lang/eng/derek_sivers_...tart_a_movement.html
Sluit wat mij betreft mooi aan bij dit topic.
Lindsie

Dit is een korte met als basis vraag; Wie is nu de leider?
www.ted.com/talks/lang/eng/derek_sivers_...tart_a_movement.html
Sluit wat mij betreft mooi aan bij dit topic.
Lindsie
Laatst bewerkt 13 jaren 9 maanden geleden doorruud.