Persoonlijk Leiderschap
Crisis?
Mijn ouders hebben de oorlog meegemaakt. Zij hebben samen met anderen na de oorlog gebouwd aan het Nederland zoals wij dat nu kennen. Een andere generatie, een generatie die een crisis heeft meegemaakt en zoals wij dat voelen: heeft 'overleefd'. Dat was een echte welZIJNs crisis.
Vroeger was alles beter...
Toen ik jaren geleden mijn ouders het blije bericht bracht dat ik het huis uitging vroegen zij mij waar ik naar toe ging. Ik zei trots: 'Ik heb een appartement gekocht'.
Daar waar ik verwacht had dat ze blij voor me waren, was dat niet zo. Zij vroegen mij: 'maar hoe kom je aan dat geld om dat appartement te betalen?' Waarop ik zei: 'van de bank natuurlijk, kom op zeg... dat heet een hypotheek en iedereen heeft die...'
Mijn ouders waren boos, teleurgesteld, gekwetst: hadden ze hier dan zo hard voor gewerkt? Hun zoon die, nota bene vol trots, zijn hand ging ophouden om geld dat niet van hem was en waar hij niets voor gedaan had te ontvangen en uit te geven... Ik begreep daar niets van...
(Dienend)Leiderschap – Wat doe je zelf?
De wereld waarin we met elkaar leven is aan het kantelen.
Laat ik me voor het overzicht in deze column beperken tot Nederland. De problemen hier alleen al zijn groot genoeg. Eerst een bank en crisis en daarna een economische crisis zorgen er al vanaf 2007 voor dat overheden, bedrijven en instanties aan het zoeken zijn naar een nieuw evenwicht. De werkloosheid in Nederland blijft maar groeien. En natuurlijk is daar de ook al lange tijd durende milieuproblematiek. Het lijkt wel of mensen hun maatschappij opnieuw moeten uitvinden. Mijn vaste overtuiging is dat voor dit proces nieuwe leiders nodig zijn. Om gelijk maar klare wijn te schenken: dienende leiders!
Hoera! We zijn vrij!
Weermannen zetten hun olijkste gezicht op en met veel zwaaiende armgebaren maken ze ons erop attent dat het zonnetje toch vooral schijnt tijdens de komende, collectieve, vrije dagen.
Want naast de ontelbare werkloze mensen, die maar wat graag zouden werken, is het nu het héle land bezig met niet werken. We zien er ook naar uit dat we vrij zijn. Niet werken, want we zijn vrij. En dan doen we blijkbaar andere dingen dan als we werken.
Over het begrip 'vrijheid' zijn zeer veel dikke boeken geschreven. Maar globaal kun je zeggen dat vrijheid vooral in je hoofd zit. Vrijheid is perceptie. Iedereen ervaart vrijheid ook anders.
Wat we kunnen leren van geld, ego’s en dienend zijn
Ik lees in de krant dat vorig jaar 70 procent van de Nederlandse huishoudens heeft bezuinigd. Het geluksgevoel is echter niet gemeten. Zijn wij Nederlanders nu gelukkiger of ongelukkiger nu we (moeten) bezuinigen? Hoe kun je met minder geld meer innerlijk geluk ervaren vanuit persoonlijk leiderschap? Wat kan het topmanagement hiervan leren?
Als hard werken hart werken is
In de lunchpauze wandel ik met twee collega’s om een frisse neus te halen. Onderweg vertel ik hen dat ik een stukje wil schrijven over ‘passie’. Een van de twee verslikt zich bijna in haar brood als ze uitroept: ‘Wat een vreselijk woord is dat. Passie! Ik krijg kotsneigingen bij het woord alleen al. Tegenwoordig moet iedereen overal passie voor hebben. Van passie voor paarden tot passie voor punniken. Blèh.’
Lef: in je kracht of in zijn klacht...
Gisteren mocht ik bij een muziektheatervoorstelling aanwezig zijn met de mooie titel: "De mythe (voor coaches, adviseurs en veranderaars)". Het stuk zette op een treffende en respectvolle manier de 'dagelijkse' gang van zaken neer rondom een MT (Management Team) van een financiële instelling.
Binnen de fictieve financiële instelling moest een cultuurveranderingsprogramma uitgevoerd worden dat topprioriteit had van het bestuur... je raadt het al... dat ging natuurlijk niet lukken. Leidinggevenden, programmamanagers, medewerkers hadden allemaal hun beelden bij wat er wanneer moest gebeuren maar vooral wat niet en waarom niet nu.
Wat ik zeer treffend vond weergegeven, was de verstarring van de situatie doordat de hoofdrolspeler het beeld had dat het toch niet verbeterd kon worden. Het effect dat die verstarring had op de organisatie gebruikte hij als rechtvaardiging van zijn eigen handelen (het niet meedoen): het lag immers niet aan hem, dat was wel duidelijk, dus hij hoefde niet te veranderen... starheid roept starheid op en er ontstond een vicieuze cirkel...